Zoek

Ontwikkelingsstop DTM in het voordeel van Audi [persbericht]

• DTM-seizoen start op 25 april, DTM Zandvoort op 22 augustus
• Audi A4 DTM nagenoeg onveranderd ten opzichte van vorig jaar
• Potentiële kostenbesparing van meer dan 30 procent

Het DTM-seizoen 2010, dat op 25 april aanstaande van start gaat op de Hockenheimring, staat in het teken van efficiency. Audi neemt deel met de al bekende generatie van de Audi A4 DTM en verwacht daarmee een kostenbesparing van meer dan 30 procent te kunnen realiseren, zónder dat de sport voor fans, media, rijders en teams minder aantrekkelijk wordt. Deze stap wordt mogelijk gemaakt door het bevriezen van de technische ontwikkeling van alle auto’s in de DTM.

Tot op heden zijn de uit 2008 daterende Audi A4 DTM van het type R14 en de doorontwikkelde R14 plus uit 2009 nog ongeslagen: Timo Scheider won met de twee meest recente modelgeneraties twee seizoenen op rij de titel. Audi racet ook in het seizoen 2010 met dezelfde auto’s, want door een in augustus 2009 ingestelde ontwikkelingsstop in verschillende stappen werden de normaal gesproken in de autosport gebruikelijke veranderingen in de constructie van het ene jaar op het andere verhinderd.

DTM zet nieuwe maatstaven

Niet voor het eerst zet de DTM daarmee als populairste internationale toerwagenserie nieuwe maatstaven. Voor het seizoen 2006 al werd de ontwikkeling – voor het eerst in de historie van de DTM – grotendeels bevroren om de budgetten niet teveel te belasten. Voor dit jaar is de ontwikkeling in drie stappen drastisch beperkt: sinds 17 augustus 2009, de maandag na de race op de Nürburgring, mogen de aërodynamica en de mechaniek van de auto niet meer worden veranderd. De enige uitzondering hierop vormen de schokdempers, die nog tot 1 maart 2010 mochten worden aangepast. Ook de motoren, die voor het hele raceseizoen 2009 waren verzegeld, mochten niet meer worden gewijzigd.

Uit de periode tot aan de ontwikkelingsstop zijn op het gebied van de aërodynamica nu drie verschillende configuraties beschikbaar die afhankelijk van het circuit kunnen worden toegepast. Daarnaast was het testwerk in de winter vooral gericht op het optimale gebruik van de in de DTM voorgeschreven Dunlop-banden.

Onderdelen en computertekeningen gedeponeerd als referentie

Om het naleven van de regels te kunnen controleren hebben de fabrikanten alle onderdelen gedeponeerd in een verzegelde container van de Deutscher Motor-Sport Bund (DMSB), die bij elke race aanwezig is en de referentie-onderdelen bevat. Daarnaast zijn de CAD-tekeningen in digitale vorm bij de DMSB gedeponeerd.

Daarmee vielen de in andere jaren gebruikelijke opbouw van – meestal vier -nieuwe wedstrijdauto’s voor het nieuwe seizoen én de ontwikkeling met het oog op betere prestaties weg. Dat leidde tot een aanmerkelijke besparing op de ontwikkelingskosten. Audi-coureurs Mattias Ekström, Martin Tomczyk, Markus Winkelhock en Alexandre Prémat rijden daardoor met dezelfde auto’s waarmee ze ook in 2009 raceten. Oliver Jarvis neemt de auto van Tom Kristensen over, Mike Rockenfeller racet met de auto die tot dusver door Jarvis werd bestuurd. DTM-debutant Miguel Molina krijgt de A4 waarmee vorig jaar Katherine Legge reed, terwijl de Britse de voormalige auto van Mike Rockenfeller krijgt. Titelverdediger Timo Scheider komt uit met de A4 DTM die het chassisnummer R14 plus 606 draagt. Traditiegetrouw, want al voor het tiende jaar in successie, is de DTM dit jaar ook weer te gast op Circuit Park Zandvoort. De Nederlandse DTM-ronde vindt plaats van 20 tot en met 22 augustus.

Bron: Audi Nederland

Reacties zijn gesloten.

Het laatste nieuws

Gerelateerde artikelen