Precies 30 jaar na de allereerste Quattro brengt Audi de nieuwe RS 5 op de markt, een sportauto waarin voor het eerst een nog verder verbeterd tussendifferentieel wordt gebruikt waarmee alle vier wielen nóg preciezer en doelgerichter kunnen worden aangedreven dan tot dusverre.
Tel daarbij een tot in perfectie doorontwikkeld onderstel en een lel van een V8-motor met 450 pk en het is duidelijk dat je met deze RS 5 voor € 112.500 een volbloed racer in handen hebt. Die eerste Quattro, dat was me d’r eentje. De auto werd in maart 1980 even buiten Genève (de intro was parallel aan de tentoonstelling) voorgesteld door de toenmalige techniekchef Ferdinand Piëch. Vierwielaandrijving was een nieuwe magische term voor een ‘gewone’ sportauto en werd door het journaille één op één met ‘onmogelijk van de weg te branden’ geassocieerd. Resultaat was dat de Quattro’s, waarmee we de zwaar besneeuwde Col de la Faucille mochten oprijden, stuk voor stuk behoorlijk gebutst en geschaafd weer werden ingeleverd. Hier en daar een sneeuwrandje geraakt. Overigens had de auto toen 200 pk. Dat is dus helemaal niets vergeleken met de 450 pk/430 Nm die de 4162 cm³ V8-motor van de nieuwe RS 5 uitbraakt. Wát een kracht en wát een souplesse. De zeventraps S-tronic bak met dubbele koppeling zorgt ervoor dat je supersnel door de versnellingen raast en wie dat zo exact mogelijk doet (eventueel gewoon de ‘launch control’ inschakelen), die zit in 4,6 tellen op 100 km/u. De achtcilinder is in alle opzichten een pareltje. Met directe FSI-benzine-injectie, maximum toerental van 8500 omwentelingen, vier verstelbare nokkenassen en een héérlijk uitlaatgeluid. Dat nog verder aanzwelt wanneer je de ‘dynamic’ stand van het Audi drive select inschakelt en in de uitlaatpijpen een paar grote kleppen openen. De pret houdt pas op bij 280 km/u, wanneer de reguliere begrensde top van 250 km/u tenminste door de Audi-dealer is uitgeschakeld. Verbruik? Officieel 10,8 l/100 km (zuiniger dan de concurrentie, aldus Audi), maar in dit soort auto’s ben je zo zuinig als je rechtervoet! “Paardenkrachten stellen niet zoveel voor wanneer je de boel niet onder controle kunt houden”, aldus quattro GmbH, de Audi-tak die geheel en al verantwoordelijk is voor de RS-modellen en 15 jaar geleden met de RS 2 Avant de aftrap daarvan verzorgde. Een lichtgewicht is de RS 5 met 1725 kilo geenszins, maar de besturing is perfect en door het nieuwe ‘kroonwieldifferentieel’ is het weggedrag formidabel. Puur mechanisch Het is een puur mechanisch werkend systeem met lamellenpakketten, waarmee een nog extremere verdeling van de aandrijfkracht over voor- en achteras kan worden verkregen. Standaard is dat 40:60 voor/achter, maar dat kan tot maximaal 85% achter of 70% voor veranderen. Méér dan met een technisch vergelijkbaar Torsen-differentieel kan. ‘Op de limiet’ rijden kon op het Ascari-circuit bij Ronda, maar je gaat daar zo ontiegelijk bloedhard voordat er iets van schuiven of uitbreken bij deze Audi is te bespeuren, dat ik hier niet wil beweren dat die grens is bereikt. Zoals waarschijnlijk 90 procent van de kopers er nooit aan toe zal komen. Met 19 inch wielen en 265/35-banden leg je al enorm veel rubber op de weg, maar ‘onze’ auto’s waren voorzien van de optionele 20 inch wielen met 275/30-banden en dat zorgt voor nog meer tractie. Qua beremming deden we het met keramische schijven vóór (optie) en gewone geventileerde schijven achter. Is-ie mooi? Nou, je moet er in ieder geval ontzag voor hebben. De koets ligt 2 cm lager dan van een standaard A5 en 1 cm lager dan een S5. De achterspatborden zijn een beetje als bij de oer-Quattro uitgebouwd en in de muil zijn grote luchtinlaten aangebracht. Op de achtersteven een uitklappende spoiler, bij 120 km/u komt-ie omhoog en bij 80 gaat die stabilisator weer terug in z’n hok. Xenon plus koplampen, led-dagrijverlichting, het zijn allemaal elementen die van de Audi RS5 een puur hebbedingetje maken. Allerlei opties zijn verder mogelijk, zodat je de basisprijs van € 112.500 altijd nog wat kunt opkrikken
Tekst: Autovisie / Telegraaf
Reacties zijn gesloten.